Pers
in
Je evenement onder de aandacht brengen, kan op verschillende manieren. Met persaandacht bereik je een grote groep. De gemakkelijkste manier om je evenement (positief) in de media te krijgen, is een persbericht versturen.
Wat hoort er in een persplan?
-
1
Doel
Waarom is het belangrijk om je evenement in de pers te krijgen? Probeer het doel zo scherp mogelijk te formuleren.
-
2
Timing
Het doel van je communicatie bepaalt wanneer je iets moet ondernemen.
- Wil je reclame maken of bezoekers trekken? Dan verschijn je best in de pers vóór het evenement. Stuur zeker twee weken op voorhand je bericht uit.
- Wil je vooral bekender worden of uitpakken met het succes van je evenement? Dan is een persbericht achteraf beter.
Stuur je pas ná je evenement een persbericht uit om indruk te maken met cijfers of iets opmerkelijk? Doe dat dan ten laatste één dag na je event, later is het niet meer relevant. Je kan je persbericht vooraf vormgeven. Toch mag het geen standaard tekst worden want je verhaal moet eruit springen.
Op de dag dat je het stuurt, houd je best rekening met volgende richtlijnen:
- Vermijd spitsmomenten zoals maandagochtend.
- Stuur tussen 10u00 en 12u00, dan lopen de nieuwsredacties op volle toeren.
-
3
Doelgroep
Je doelgroep bepaalt het communicatiekanaal en ook je communicatiestijl. De jongeren uit je omgeving bereik je wellicht vooral met affiches, flyers en via sociale media. Om je evenement zo breed mogelijk te communiceren, is een artikel in de (lokale) krant dan weer ideaal.
-
4
Boodschap
Nieuws vertrekt bijna altijd vanuit personen (niet vanuit organisaties). Betrek dus je vrijwilligers en bezoekers bij het uitwerken van een verhaal. Vraag je af wat je evenement bijzonder maakt en waarom een journalist het interessant zou vinden.
- Een beschrijving van je evenement bevat te weinig waarde.
- Persberichten werken enkel wanneer je verhaal eruit springt.
- Je kan maximaal op drie zaken focussen (liefst zelfs minder).
-
5
Media bepalen
Maak een lijstje van alle mediakanalen die je kan bedenken: kranten (lokaal, regionaal en landelijk), magazines, populaire blogs, radiozenders, tv-stations… Duid vervolgens aan welke het meest relevant zijn. Wees kieskeurig, tot je er maar enkele overhoudt.
Houd rekening met verschillende deadlines. Een krant of regionaal nieuwskanaal kan je nieuws de volgende dag al brengen, terwijl je een weekblad lang op voorhand moet contacteren.
Wijs een persverantwoordelijke aan
Het is aan te raden om iemand aan te wijzen die het persplan coördineert en opvolgt. Dit is ook interessant voor als er crisiscommunicatie moet gebeuren. Deze persoon:
- weet precies welke zaken wel of niet in de pers moeten of mogen verschijnen;
- is goed in het schrijven van persberichten;
- houdt de perslijst bij;
- is niet bang om journalisten te contacteren.
De verantwoordelijke is meestal de woordvoerder wanneer journalisten contact opnemen. Dit kan een gedeelde functie zijn.
Hoe is een goed persbericht opgebouwd?
Voorbeeld indeling persbericht
Tips voor een goed persbericht
Hoe en naar wie verstuur je een persbericht?
Journalisten zijn ook maar mensen. Bel of mail hen gerust. Zo leg je een goed netwerk aan. Het is beter om één contact te hebben waar je eens naar kan bellen dan tientallen losse e-mailadressen te verzamelen in een perslijst.
Mail niet naar algemene info-adressen
Je kan het persbericht simpelweg naar het info@-mailadres van het medium sturen, maar dan is de kans groot dat het verdrinkt in alle andere berichten.
Ga op zoek naar de journalist die voor jouw evenement het meest relevant is – vaak is dat de regiojournalist van jouw regio. Staat hun e-mailadres er niet bij? Bel naar de algemene redactie en vraag naar het telefoonnummer of e-mailadres.
Hoe ontvang journalisten en sta je hen te woord?
- Maak duidelijke afspraken over hoe laat de journalist langs en hoe die de woordvoerder kan vinden.
- Geef een telefoonnummer mee. Zo kan de journalist je contacteren wanneer de plannen wijzigen.
- Bedenk welke boodschap je wilt vertellen en bereid je daarop voor. Wat zie je graag in de krant verschijnen en, vooral, wat niet? Beperk je tot één kernboodschap (en maximaal twee extra kleine boodschappen).
- Vertel geen zaken die niet waar zijn.
- Worden er foto’s gemaakt? Denk op voorhand na over welk beeld interessant kan zijn voor het medium.