Aansprakelijkheid

Aansprakelijkheid betekent dat je verantwoordelijk bent voor wat je doet, vooral als er door jouw acties schade ontstaat. Er zijn twee soorten aansprakelijkheid die belangrijk zijn voor je evenement: burgerlijke en strafrechtelijke aansprakelijkheid.

Burgerlijke aansprakelijkheid

Burgerlijke aansprakelijkheid gaat over schade die jij of je team aan anderen toebrengt, ook al is dat niet met opzet. Gelukkig dekt een verzekering in veel gevallen dit soort onopzettelijke fouten.

De burgerrechtelijke aansprakelijkheid kan opgedeeld worden in contractuele en buitencontractuele aansprakelijkheid.

  • Contractuele aansprakelijkheid

    Als je een afspraak maakt met iemand (zoals een leverancier of artiest) en je houdt je niet aan die afspraak, kun je hiervoor aansprakelijk worden gesteld.

    Door die contracten zijn alle partijen verplicht om prestaties te leveren. Bij het niet of onvolledig uitvoeren van afgesproken prestaties komt contactuele aansprakelijkheid voort. 

    Wat is een contractuele verbintenis?

    • Een contract is een overeenkomst waarbij een of meerdere personen zich verbinden.
    • Het doet er niet toe of het gaat om een geschreven, ongeschreven of stilzwijgende overeenkomst.
    • De wet verplicht je tot correcte uitvoering van een verbintenis of een overeenkomst.
    • Sommige verbintenissen ontstaan automatisch zonder dat er een bewuste overeenkomst is, bijvoorbeeld wanneer je een voorwerp van iemand in bewaring houdt.

    Dat wil zeggen dat je contractueel aansprakelijk kan gesteld worden voor de schade aan materiaal dat je geleend of gehuurd hebt.

  • Buitencontractuele aansprakelijkheid

    Buitencontractuele aansprakelijkheid geldt als er geen afspraak is, maar je toch schade veroorzaakt.

    Bijvoorbeeld

    • Tijdens jouw evenement vliegt een decorstuk om en beschadigt het de auto van een bezoeker.

    Het wetboek zegt dat diegene die een fout begaat en daardoor schade veroorzaakt, die schade moet vergoeden. Dat geldt niet alleen voor opzettelijke fouten, maar ook voor nalatigheden (onopzettelijke fouten).

    Als een benadeelde een schadevergoeding eist op basis van buitencontractuele aansprakelijkheid, moet hij drie elementen aantonen: dat de beschuldigde een fout heeft gemaakt, dat de benadeelde persoonlijke schade ondervond of ondervindt en dat er een oorzakelijk verband is tussen beiden.

    De fout

    Er is sprake van een fout als iemand iets doet dat:

    • in strijd is met een wettelijk bepaalde verboden
    • een wettelijk bepaalde verplichting niet uitgevoerd wordt.

    Iedereen heeft een zorgvuldigheidsplicht (plicht om met zorg te handelen), wat betekent dat je goed moet nadenken over de veiligheid en het welzijn van anderen. Als je hierin faalt, kan je fout zijn, tenzij je kunt aantonen dat er sprake was van overmacht (zoals een storm die je niet kon voorkomen).

    Schade

    De benadeelde moet het bestaan en de omvang van de schade kunnen bewijzen en aantonen dat zijn belangen werden geschaad. Alleen werkelijke, rechtmatige en persoonlijke schade komt voor vergoeding in aanmerking.

    Oorzakelijk verband

    De benadeelde moet het oorzakelijke verband bewijzen tussen zijn schade en de fout.

    Als de schade er ook zonder jouw fout zou zijn geweest, ben je er niet verantwoordelijk voor. 

    Bijvoorbeeld

    • Wel een verband: Tijdens jouw evenement laat iemand een kabel slingeren waar een bezoeker over struikelt en zijn arm breekt.
    • Geen verband: Als de bezoeker dezelfde dag zijn arm breekt bij een val thuis, kun jij niet aansprakelijk worden gesteld, zelfs als je evenement rommelig was.

Strafrechtelijke aansprakelijkheid

Strafrecht gaat over wetten die iedereen moet naleven. Als je een wet overtreedt, maak je een strafrechtelijke fout, en kun je gestraft worden.

Je kunt ook in de problemen komen als je iets niet doet wat je wel had moeten doen.

Bijvoorbeeld

  • Niet helpen: Als je iemand niet helpt die in gevaar is, zoals iemand die valt op je evenement, kan dit als een strafbare fout worden gezien.

Maar, om gestraft te worden, moet er wel bewezen worden dat je schuldig bent aan de overtreding. Je kunt dus niet zomaar gestraft worden zonder bewijs.

In het Belgische strafrecht bestaan er drie soorten van misdrijven: overtredingen, wanbedrijven en misdaden. Overtredingen zijn het minst erg, misdaden zijn het ernstigst.

Voorbeelden:

  • Nachtlawaai maken is een overtreding.
  • Iemand zo hard naar buiten sleuren tijdens jouw evenement dat die persoon gewond raakt,  is een wanbedrijf.
  • Racisme en xenofobie zijn wanbedrijven.
  • Aanranding van de eerbaarheid van een minderjarige is een misdaad.
  • Beeld Lisa Goethals